De Chinese kraanvogel is een van de grootste en zeldzaamste vogels uit de kraanvogelfamilie. De vogel leeft in het Verre Oosten, Oost-Azië meer bepaald in Rusland en China. Ze overwinteren in de delta van de Gele Rivier, de kust van Jiangsu en de gedemilitariseerde zone tussen de beide Korea's. Ze komen voor in diepwater moerassen.
De Chinese kraanvogel wordt ook wel eens de Japanse kraanvogel genoemd. Hij is bedreigd en is daarom een van de tien zeldzaamste vogels. De Chinese kraanvogel is een grote vogel, hij kan wel tot 150 cm groot worden. Zijn gewicht variërt van 7 tot 12 kg. De Chinese kraanvogel is voornamelijk wit. Hij heeft echter wel een zwarte kop en hals ook zijn vleugels zijn gedeeltelijk zwart. Je kan de Chinese kraanvogel ook goed herkennen aan zijn opvallende rode vlek op zijn zwarte kop, dit is blootgesteld vel. Rond deze rode vlek bevindt zich op de achterkant van zijn kop een witte band.
De Chinese kraanvogels hebben een lange en puntige snavel. Er is geen verschil te zien tussen de mannetjes en de vrouwtjes.
Chinese kraanvogels hebben een speciale manier van communiceren. Ze dansen namelijk met elkaar door middel van buigen, hoofdbewegingen en grote sprongen.
De Chinese kraanvogel staat in Oost-Azië bekend als een symbool voor geluk, liefde en trouw in het huwelijk. Dit heeft hij te danken aan het feit dat de kraanvogels in paren leven en hun leven lang trouw zijn aan hun partner.
De Chinese kraanvogel voedt zich voornamelijk insecten, waterdieren, vissen, reptielen, knaagdieren, grassen, vruchten, mais en plantensoorten. In de winter voeden ze zich met granen. De vorm van hun snavel maakt het makkelijk voor hen om hun voedsel te zoeken. Ze gebruiken hun puntige en scherpe snavel als speer, zo kunnen ze in dieper water vissen.
De Chinese kraanvogel broedt gedurende de lente en de zomer in Zuidoost-Rusland en Noordoost-China en op het oostelijke deel van het Japanse eiland Hokkaido. Ze bouwen hun nest op natte grond of in ondiep water. Ze gebruiken riet en gras om hun nest te bouwen. Het vrouwtje legt meestal twee eieren, maar er overleeft meestal maar een jong. De eieren worden door beide ouders gedurende 29 tot 34 dagen uitgebroed.